Typesnelheidstest

Tot het einde van de 20e eeuw werden teksten getypt op speciale mechanische typemachines, en pas in de jaren 80 begonnen ze geleidelijk te worden vervangen door elektronische apparaten.
Persoonlijke computers hadden al in hun basisconfiguratie een functie voor het invoeren van tekst (via het toetsenbord) met de mogelijkheid om deze later af te drukken op randapparatuur (printers). Toen pc’s breder toegankelijk werden, verdween de behoefte aan typemachines vanzelf.
Als typemachines echter nooit hadden bestaan, is het onduidelijk of de alfanumerieke invoermethode later zou zijn uitgevonden en hoe moderne toetsenborden eruit zouden zien. Daarom, als we het hebben over typen en printen van tekst, moeten we eerst de geschiedenis van de typemachine herinneren.
Geschiedenis van de typemachine
Voor het eerst werden teksten en illustraties op papier en textiel gereproduceerd via druktechnieken in het oude China. Dit wordt bevestigd door archeologische vondsten in Oost-Azië, die dateren uit de 3e eeuw na Christus. Latere voorbeelden van drukwerk zijn gevonden in het oude Egypte en zijn meer dan 1600 jaar oud. Dit omvat bewaarde papyrusrollen en stoffen met gedrukte inscripties en afbeeldingen.
Als we het hebben over massadruk van boeken (niet enkelvoudige exemplaren, maar met behulp van stempels of sjablonen), werd deze methode uitgevonden tussen de 6e en 10e eeuw. De Chinezen worden ook beschouwd als de uitvinders, en het oudst bewaard gebleven drukwerk uit China is een xylografische kopie van de Diamantsoetra uit het jaar 868.
Eeuwenlang was het drukken van teksten alleen voorbehouden aan grote instellingen, meestal overheids- of religieuze instanties, terwijl het voor gewone mensen te duur en ontoegankelijk was. De situatie begon pas in de 18e eeuw te veranderen, toen in Engeland het eerste patent voor een draagbare typemachine werd verleend. Veel Europese ingenieurs werkten aan dergelijke machines, en het is niet precies bekend wie de uitvinder was.
Wat wel zeker is, is dat de eerste commercieel succesvolle (en wijdverbreide) typemachine die van Sholes en Glidden was, ook bekend als de Remington 1. Dit model, uitgerust met een QWERTY-toetsenbord, werd in 1873 in Engeland gepresenteerd en legde de basis voor verdere ontwikkeling van schrijftechnieken.
Veel eerder, in 1808, introduceerde de Italiaanse mechanicus Pellegrino Turri een mechanisme met een snelle printfunctie. Hij staat ook bekend als de uitvinder van carbonpapier. Hoewel de machine van Turri niet bewaard is gebleven, zijn er nog steeds documenten die ermee zijn afgedrukt.
Ook de typemachines die Charles Wheatstone in de jaren 1850 ontwikkelde, zijn niet bewaard gebleven, omdat hij ze niet patenteerde of in massaproductie bracht. Daardoor is de Remington 1 het enige overgebleven model, hoewel de geschiedenis aantoont dat de eerste typemachines eigenlijk al 150–170 jaar eerder werden uitgevonden.
Halverwege de 20e eeuw werd elektriciteit de drijvende kracht en verschenen de eerste elektromechanische typemachines. In 1973 werd het model IBM Correcting Selectric geïntroduceerd, dat een functie had om typefouten te corrigeren. Dit model maakte het mogelijk om de typewagen terug te bewegen en de verkeerde tekens met witte inkt te bedekken voordat er nieuwe tekens overheen werden gedrukt.
Nieuwe fase
Het tijdperk van de elektromechanische typemachines duurde niet lang: in 1984 werd de printstandaard van de IBM PC wereldwijd geïntroduceerd. Typemachines werden steeds vaker vervangen door persoonlijke computers met XT-toetsenborden met 83 toetsen.
Deze toetsenborden maakten het mogelijk om de invoermodus te wijzigen, wat schakelen tussen hoofdletters en kleine letters eenvoudiger maakte. In 1986 werden de XT-toetsenborden eerst vervangen door DIN-apparaten en later door Model M-toetsenborden met 101 tot 106 toetsen. De aansluitpoort werd gewijzigd naar PS/2 en voor het eerst verschenen de Windows- en Menu-toetsen.
Moderne toetsenborden worden aangesloten via USB en hebben, naast de standaardtoetsen, extra multimediatoetsen zoals volumeregeling, zoeken, vernieuwen en meer. Typen op deze toetsenborden is uiterst eenvoudig en comfortabel. Signalen worden vrijwel direct naar de computer verzonden, waardoor een typesnelheid van 300–400 tekens per minuut mogelijk is. Het huidige snelheidsrecord wordt gehouden door Mikhail Shestov, die 940 tekens per minuut typte met de blinde type-techniek.
Niemand heeft dit record nog overtroffen, maar dat is ook niet nodig. Met een snelheid van 200–300 tekens per minuut wordt iemand al als een vaardige typist beschouwd, en je kunt je typesnelheid altijd testen met een gratis online test.
Je kunt de test regelmatig doen om je voortgang bij te houden. De vaardigheid om snel en foutloos te typen is nuttig, bespaart tijd en energie en wordt bovendien zeer gewaardeerd door werkgevers.